Kinderen en ouders mogen niet de dupe zijn
25 november 2020 

Kinderen en ouders mogen niet de dupe zijn

Vaak lezen we in de media over het falende systeem van jeugdzorg. Maar hoe zit dat achter de schermen? Hoe gaan medewerkers om met de uitdagingen van ons vak? In deze serie gaat Hans du Prie in gesprek met medewerkers van iHUB. Vorige week was al de locatiemanager van Antonius, Danial Sharifi, aan het woord. Vandaag vertelt Floor ’t Sas, GZ-psycholoog bij Antonius, vanuit haar expertise over de dilemma’s in de JeugdzorgPlus in Noord-Holland Noord.

JeugdzorgPlus instelling Antonius in Castricum maakt een ontwikkeling door richting meer openheid en autonomie voor hun cliënten en gezinnen. “Hoe kijk jij tegen die ontwikkeling aan?”, vraagt Hans.

“Wij zijn daarin een van de koplopers van het land en daar ben ik natuurlijk trots op. Echter doen we hierbij niets geks of eigenzinnigs; dit ligt vast in de doelstelling om in 2030 geen gesloten afdelingen meer te hebben. Wat het alleen extra lastig maakt in Noord-Holland Noord, is dat nog lang niet iedereen toe is aan deze ontwikkeling en de betrokken gemeenten onderling niet goed samenwerken. We moeten nog veel stakeholders met ons mee krijgen en zorgen dat voldoende scholen en GGZ-instellingen zich bij ons aansluiten. Ook is er bijvoorbeeld momenteel helemaal geen ruimte voor forensische jongeren binnen de ambulante zorg in deze regio, waardoor geslotenheid nog onvermijdelijk is. In die zin valt onze missie hier dus zwaarder, dan in bijvoorbeeld grote steden als Amsterdam en Rotterdam,” vertelt Floor.

Een team om trots op te zijn

“Heeft dit ook intern invloed op jullie werk?”, vraagt Hans. “Niet op de kwaliteit, gelukkig. We zijn erg blij met onze hulpverleners, ze zijn ontzettend bekwaam. We hebben ze grotendeels zelf opgeleid voor onze vernieuwde aanpak binnen JeugdzorgPlus: JouwZorg. Dit vergt namelijk echt andere vaardigheden. Sommige zorgmedewerkers met jarenlange ervaring in gesloten jeugdzorg weten bijvoorbeeld vooral risico’s in te schatten en daaruit beleid te maken, maar zijn minder bekend met het werken vanuit krachten, verbinding en gezamenlijke besluitvorming,” legt Floor uit.

“Laatst hadden we twee kinderen van een Koerdisch gezin bij ons in behandeling. Ze hadden van alles meegemaakt thuis en allerlei betrokken instellingen waren ervan overtuigd dat ze niet meer herenigd zouden kunnen worden met hun vader. Maar dit lukte onze hulpverleners dus wel. Door goed met alle betrokkenen in gesprek te gaan en gezamenlijk beslissingen te maken.”

Een beeldvorming die meer kapot maakt dan velen zich beseffen

Toch overheerst in de regio momenteel een negatief beeld van Antonius. Een incident waarbij jongeren van Antonius betrokken waren, heeft dit enorm versterkt. De vele uitingen in de regionale media en politiek die volgden, blijken echter niet alleen schadelijk te zijn geweest voor een simpele reputatie. “Voor de ouders en kinderen van Antonius is deze ‘mediaoorlog’ in Castricum natuurlijk verschrikkelijk,” vertelt Floor. “Ze hebben het al zwaar en dan wordt hun eigen onzekerheid over de toekomst ook nog extra gevoed door de vele negatieve geluiden die ze in de krant of op social media lezen. Dat is pijnlijk. We ontkennen niet dat er problemen zijn in de jeugdzorg, maar de aantijgingen zijn vaak ongegrond en betichtend. Bovendien maken incidenten deel uit van ons vak. Wij zien dat als een risico in het werken met deze doelgroep.”

“Met ouders die nog aan het traject moesten gaan beginnen heb ik soms twee intakes moeten doen om de argwaan weg te halen,” vervolgt Floor. “Bovendien zijn er niet alleen kwetsbare ouders die hun twijfels en onzekerheid bij ons neerleggen, maar ook boze ouders in de eerste fase van het traject die hierdoor een podium krijgen om hun mening openbaar te maken. Die storm zorgt ervoor dat de ontwikkeling waarin we zitten stagneert en dat is niet bevorderend voor onze jongeren.”

Op de vraag hoe de jongeren hier zelf op reageren, antwoordt Floor: “Laatst stond er een kind huilend voor me omdat hij bang was dat Antonius ging sluiten en hij naar een andere instelling zou moeten. Echt hartverscheurend. Je moet je voorstellen, vaak hebben deze kinderen al last van hechtingsproblematiek en een gevoel van onveiligheid. Als ze dan ook nog eens bang worden gemaakt dat Antonius hen in de steek laat, dan heeft dat natuurlijk een enorme destructieve impact op het hele proces van beter worden.”

Van angst naar wederzijds begrip en samenwerking

Hans beaamt dat de huidige beeldvorming lijkt te worden gedicteerd door angst. “Wat moet er volgens jou gebeuren om dit om te buigen?”

“Wat volgens mij het grootste probleem is, is dat wij vaak niet aan essentiële overlegtafels zitten in de regio (met raadsleden, politie, scholen, voetbalclubs, buurthuizen etc.). Als het om onze kinderen gaat, dan moeten wij daar bij zijn,” stelt Floor. “Nu gaat de politie bijvoorbeeld in gesprek met de gemeente en vragen ze enkel gegevens bij ons op, maar ze moeten juist de verantwoordelijkheid bij ons terugleggen. Wij kunnen de angel eruit trekken op het moment dat we aan tafel zitten. Met onze bijdrage kunnen we ervoor zorgen dat bij het inventariseren van risico’s ook de krachten van de jongeren en hun systeem worden meegenomen. Pas dan kunnen we echt goed de dialoog aangaan met de samenleving en het onderlinge begrip vergroten.”