iHUB-bestuurder Lieke van Domburgh over het verwijderen van tralies op Harreveld:  ‘We wilden niet langer wachten’
28 september 2023 

iHUB-bestuurder Lieke van Domburgh over het verwijderen van tralies op Harreveld: ‘We wilden niet langer wachten’

Op dinsdag 12 september 2023 werden de tralies van iHUB-locatie Harreveld verwijderd. Een belangrijke dag, vindt bestuurder Lieke van Domburgh: ‘Het mentale effect ervan zal groot zijn op zowel de jongeren als de medewerkers. Het ondersteunt welke beweging we met z’n allen aan het maken zijn naar meer relationele veiligheid. Het aanpakken van het gebouw is daar een belangrijk onderdeel van.’ 

Lieke vertelt dat er al een lange tijd geleden door het ministerie geld is vrijgemaakt voor verbouwingen om de transformatie naar relationele veiligheid te ondersteunen. ‘Bijvoorbeeld door het kindvriendelijker maken en het ombouwen van EBK’s (extra beveiligde kamers, red.). De plannen van iHUB voor de besteding van deze landelijke middelen liggen er al best lang – nog voordat ik hier kwam. Deze plannen hebben verschillende fases en daar hoort het weghalen van tralies en prikkeldraad ook bij,’ aldus Lieke.

Lieke van Domburgh

Moreel verplicht

De weg naar deze belangrijke stap verliep echter niet zonder slag of stoot. Lieke legt uit dat het bestuur tegen een – financiële – muur aanliep. ‘Omdat de toekomst van Harreveld onzeker is hebben we nog geen toegang tot de financiële middelen en is het door de gemeente on hold gezet. Daar lopen we al langer tegenaan en we hebben bezwaar aangetekend. Uiteindelijk besloten we dat we niet konden wachten. Al zal Harreveld nog maar een jaar bestaan, er zitten dan wel een jaar lang kinderen. Wij zijn het ze moreel verplicht om iets te doen.’

In een gesprek met Lieke, medebestuurder Jasper ten Dam en regiodirecteur Bob Wiggers wordt de knoop doorgehakt: de tralies en het prikkeldraad moeten als eerste weg. Lieke: ‘We hebben ons afgevraagd: wat is dan het minimale wat we wel kunnen doen? En daar kwam uit dat we de tralies en het prikkeldraad zouden kunnen verwijderen. Dus ondanks dat de gemeente het geld nog niet heeft vrijgegeven besloten we het risico te nemen. Toen de vergunningen eenmaal binnen waren, die ook veel tijd hadden gekost, wilden we niet meer wachten.’

Gevoel van repressie

Lieke vervolgt: ‘Het verwijderen van de tralies is onderdeel van en een mooie stap in de hele beweging die we volop maken naar meer relationele veiligheid. Wat hebben de jongeren nodig en hoe doen we dat? En hoe doen we dat op zo’n manier dat we hun gedrag beter begrijpen? Dat we de behandelingen en het onderwijs kunnen geven terwijl het veilig blijft. De professionals van Harreveld zijn daar natuurlijk het aller hardst mee bezig.’

‘Waar we tegenaan liepen is dat het gebouw niet bijdraagt aan de beweging naar relationele veiligheid. Die tralies stralen natuurlijk iets uit. Dan lijkt het alsof je in een gevangenis bent en dat geeft een gevoel van repressie. Dat is iets wat jongeren in de gesloten jeugdzorg steekt. Zij zeggen: “maar wij zijn helemaal geen criminelen”. Die tralies komen ook nog uit een fase waarin justitieel geplaatste jongeren en civielrechtelijk geplaatste jongeren onder één dak verbleven. Dat is uiteindelijk uit elkaar gehaald, maar voor de huidige jongeren is het nu alsnog net een gevangenis natuurlijk. De managers op locaties en de professionals op de werkvloer, zijn voortdurend met de jongeren in gesprek. Zo hebben ze ook gevraagd waar bij hen het gevoel van repressie vooral in zit,’ zegt Lieke.

Symbolische stap

Negatieve reacties? Die snapt Lieke wel. ‘Als de financiële ruimte er was zou ik ook het liefst alles platgooien en er een geheel nieuw gebouw neerzetten. Een gebouw met zo’n verleden blijft moeilijk. Natuurlijk is dit een klein stapje, maar wel een mooie symbolische stap. Dat we al het andere niet kunnen doen betekent niet dat we deze stap ook niet moeten zetten.’

Ze vervolgt: ‘Uiteindelijk zou je willen dat Harreveld in zijn geheel niet nodig is. Maar juist doordat alles in één gebouw zit in een prikkelarme omgeving, kan er ook veel. Ze kunnen nu naar school, ze krijgen behandeling en zijn in een omgeving waar ze tot rust kunnen komen. En met onze gezinsopname helpen we hele gezinnen. Ik ben enorm trots op de beweging die we aan het maken zijn.’