'We zagen Noah voor onze ogen veranderen'

'We zagen Noah voor onze ogen veranderen'

In de serie 'Ik herinner mij' delen jeugdwerkers een jongere die hen bijbleef. Deze keer vertelt Tijs van School2Care De Vliet over Noah.

‘Op de gang kwam de geur van gesmolten kaas mij tegemoet. Ik deed een deur open en zag hem zitten. Met een triomfantelijk lachje opende hij het tosti-apparaat: “Wil je er ook eentje?” Eerlijk? Ik kon niets anders doen dan lachen. Niet ertegenin, maar zoveel mogelijk om regels heen. Zo herinner ik mij Noah. Onze tijd samen was leuk, hij heeft echt keihard gewerkt.’

Ongemotiveerd
Noah komt binnen bij School2Care na een lange reis langs verschillende middelbare scholen en dagbesteding. Noah is ongemotiveerd. Een diploma halen? Niet boeiend. Dagelijks gebracht en gehaald door zijn ouders, zonder OV-kaart of fiets is hij gedwongen iedere dag op school te blijven. Tijs: ‘In de klas was hij onhandelbaar. Noah zat daarom wekenlang in een spreekkamertje. In zijn eentje. Hij zat daar maar, speelde met zijn mobieltje. Onaardig was hij niet. Als ik langsliep en zei: "Voeten van de stoel" dan deed hij dat braaf. Maar ja, verder kwamen we natuurlijk niet.'

Het mobieltje van Noah leidt continu tot problemen. Tijs: ‘Noah wilde zijn mobieltje in zijn jaszak laten tijdens de lessen. Dit accepteerden de docenten niet. Hij moest ‘m in zijn kluisje bewaren. Noah wilde dit niet.’ Tijs en Noah zitten wekenlang in een patstelling tot Noah zelf met een oplossing komt. Tijs: ‘In de gang hing een camera, gericht op de kluisjes, maar een poster blokkeerde het zicht. We haalden de poster weg. Toen werkte Noah mee. Het mobieltje bleef in zijn kluis.’

Vertrouwen winnen
Het is een van de vele voorbeelden waaruit blijkt dat het lang duurt om Noahs vertrouwen te winnen. Tijs: ‘Noah zei steeds: “Ik wil dat jullie naar mij luisteren en dat afspraken worden nagekomen.” Als dat niet gebeurde dan ging hij in de weigerstand. Dat kon weken duren. Er was dan gewoonweg geen gesprek met hem te beginnen. Ja, over koetjes en kalfjes, maar zodra je een moeilijker onderwerp aansneed dan ging hij op slot. Dan was het net alsof zijn ziel uit zijn ogen verdween. Niets wat je zei kwam nog binnen. Hij werd niet boos ofzo. Het leek alsof zijn luikjes dichtgingen.'


Na ieder incident, als Noah een gele of rode kaart krijgt, verhuist hij weer van het klaslokaal naar het spreekkamertje. Tijs: ‘Steeds zei ik tegen hem: Dit zijn de regels, daar wijken we niet vanaf. Hoe gaan we die regels omzetten zodat jij ermee kunt dealen? Vaak vonden we dan een oplossing. Een stukje regie geven, luisteren en keuzes bieden, dat kwam steeds weer terug. Dwang motiveerde hem niet.’ De ouders van Noah waren een goede back-up. Tijs: ‘Zij steunden ons in iedere beslissing en spraken Noah daar ook op aan. Zonder hun hulp waren we nooit zo ver gekomen.’ En er is nóg een methode die werkt. Tijs: ‘Appelflappen braken het ijs. Altijd. Samen bakken of er eentje uit de supermarkt halen, hielp altijd om het contact te herstellen.’

Diploma halen
De tijd verstrijkt en het vertrouwen tussen Noah, Tijs en de docenten groeit. Noah zit steeds langer in de klas, het aantal kaarten wordt minder. Tijs: ‘Noah begon langzaam in te zien dat het halen van een diploma best wel eens zou kunnen lukken. Niet meer op het vmbo, daar werd hij te oud voor, maar wel op het mbo.’ Noah schrijft zich in voor een mbo-opleiding en wordt aangenomen. Tijs: ‘Dat motiveerde hem enorm. We zagen Noah voor onze ogen veranderen. Niet langer die weigerachtige, koppige jongen maar een gemotiveerde man die weet wat hij wil.’ In februari van dit jaar is Noah overgestapt naar zijn nieuwe school. Tijs: ‘Ik heb er alle vertrouwen in dat hij slaagt.’